maandag 27 februari 2012

Zo werkt het niet

Eerder deze week haalde ik koffie bij een - voor mij nieuwe - automaat. Voor een collega vulde ik een bekertje cappuccino. Thuis is het maken van een cappuccino een heel karwei omdat er ook melk gekookt en opgeschuimd moet worden. Hier kan een kind de was doen. Twee rijen knopjes en daaronder twee schenktuitjes. Knopje cappuccino ingedrukt, bekertje eronder, even wachten, klaar.

Zo werkt het niet...
Ik koos zelf voor de warme chocolademelk uit het rechter rijtje knopjes. Ik plaatste mijn bekertje onder het rechter tuitje en ging op zoek naar een lepeltje op de kast achter mij. Toen ik mij weer omdraaide zag ik de straal chocolademelk uit het linker tuitje stromen, terwijl mijn bekertje leeg en roerloos onder het rechter tuitje stond te wachten. Ik keek toe, zelf ook roerloos met het lepeltje in mijn handen. Gelukkig was de automaat voorzien van een opvangbak. Daar hadden de ontwerpers (wellicht door schade en schande wijs geworden) dan weer wel aan gedacht.

Te slim af
Later die dag stond ik voor dezelfde automaat voor twee kopjes drinkbouillon. Niet voor één gat te vangen besloot ik de automaat deze keer te slim af te zijn. Ik vulde beide bekertjes met de inhoud van een zakje bouillonpoeder en plaatste onder ieder tuitje een bekertje. Daarna drukte ik in het rechter rijtje op de knop ‘water’ en wachtte. Het water kwam in tegenstelling tot de chocolademelk wél uit het rechter tuitje.
  
Zo werkt het wel...

Pas later zag ik boven het rechter tuitje in het zwarte kunststof een aantal golvende zwarte reliëflijnen. Ik heb het niet verder onderzocht, maar het lijkt erop dat het rechter tuitje alleen water serveert. Maar waarom staan een deel van de keuzes die links geserveerd worden in het rechter rijtje? Omdat beide rijtjes dan evenveel knopjes hebben??? Het oog wil ook wat en zolang je het apparaat niet gebruikt, is er niets aan de hand. Maar als je dat wel doet, is het dweilen met de kraan open.

De mens past zich aan
De hele dag door past een mens zich aan zijn omgeving aan, niet alleen aan koffieautomaten. Ook ons huis heeft allerlei (on)mogelijkheden die je elke dag ervaart. Hoe vaak loopt u door een donkere hal voordat u het lichtknopje bereikt? Nog zo iets. Op een of andere manier zit voor iedereen langer dan anderhalve meter het sleutelgat uit het zicht verborgen onder de greep. Geef mij maar vast een seniorenslot, daarbij zit het sleutelgat tenminste boven de klink!
En wat te denken van spaarlampen die zo traag op gang komen dat je al onder aan de trap ligt voordat de lamp voldoende licht geeft? En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Als woningen beter geschikt zouden zijn, dan zou het leven een stuk makkelijker en aangenamer worden. En dan zouden ook niet zoveel aanpassingen voor ouderen en anderen nodig zijn.

Door Monique Wijnties, adviseur bij het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. Het realiseren van wonen en zorg juist als ook intensieve zorg nodig is, is de rode draad in haar werk bij het Kenniscentrum. Haar aandachtsgebieden zijn: het ontwerpprogramma 'Zorg in Woningen', kleinschalig groepswonen, healing environment, zorghotels en eerder ook het tweedelijnszorgcentrum.

maandag 20 februari 2012

Ontmoeten in Nederland en Japan

Hoe kun je ontmoetingsgericht bouwen? Deze uitdaging bracht op 16 februari jl. veel mensen naar de bijeenkomst die het Kenniscentrum samen met Coalitie Erbij organiseerde. Anderen ontmoeten is een universele wens. Zo ook in het gebied in Japan dat 11 maanden geleden door de tsunami werd getroffen. Daar wordt nu niet vóór maar dóór ouderen een café opgezet. De naam van het café? Ibasho, Japans voor ‘een plek om jezelf te zijn’. Hopelijk volgen wereldwijd vele Ibasho cafés.

We kunnen de materiële én sociale omgeving zo maken dat die uitnodigt anderen te ontmoeten, maar we kunnen het niet afdwingen. De architect Herman Hertzberger – op 16 februari in een lezing aangehaald - spreekt bij het vormgeven van de gebouwde omgeving van ‘ruimte maken én ruimte laten’. De kunst is de ruimte zo te maken dat die uitnodigt én ruimte laat voor invulling.

Japanse veerkracht 
De wens anderen te ontmoeten is universeel. In Japan leven sinds de tsunami – nu 11 maanden geleden – veel mensen in tijdelijke huisvesting. Een groot gebied dat voor de tsunami vol stond met hoge gebouwen is nog steeds een grote lege vlakte met her en der bergen van schroot.

Enkele gebouwen trotseren de leegte. En de bewoners trotseren de gevolgen van de ramp. Ze hebben alles verloren. Ze hebben elkaar nog én hun veerkracht. Ze zijn blij dat ze zoveel hulp hebben gekregen, maar willen maar wat graag ook zelf weer iets voor elkaar en anderen betekenen.

Ten tijde van de tsunami werkte ik met Emi Kiyota en drie anderen aan een boek met Japanse, Australische, Amerikaanse en Europese voorbeelden van wonen en zorg voor ouderen. Emi Kiyota – zelf Japanse - woont al jaren in de Verenigde Staten. Ze was afgelopen week voor het eerst na de tsunami in het rampgebied. Ze kwam om samen met ouderen een Ibasho café te ontwikkelen, mogelijk gemaakt door een donatie van OperationUSA. OperationUSA wilde iets voor de ouderen in het rampgebied betekenen.
Emi Kiyota wist ze te overtuigen niet iets vóór, maar iets mét en ván ouderen te ontwikkelen. Geheel volgens de filosofie van de not-for-profit organisatie Ibasho die Emi naast haar betaalde baan oprichtte.

Embracing imperfectness gracefully
Emi Kiyota pleit voor ruimte voor imperfectie omdat je pas ergens jezelf kunt zijn als er ruimte voor is, als niet alles ingevuld is. Ze nodigt ouderen dan ook uit om vanaf het begin zelf invulling aan een plan te geven. Het is de manier om ‘ruimte te maken en ruimte te laten’ voor de ouderen zoals Hertzberger de gebouwlijke ruimte creërde.

Ouderen hebben net als anderen de behoefte zichzelf te zijn en mee te doen en niet aan de kantlijn te staan. “We zouden een café moeten maken waar ouderen de thee serveren in plaats van bediend te worden. We willen nuttig zijn, iets voor anderen betekenen.” zeggen Japanse ouderen. Als we een plek creëren waar onze grootmoeders het gevoel hebben bediend te worden, dan komen ze niet, dan blijven ze in hun tijdelijke huisvesting zonder met anderen in contact te komen.

Ibasho: een plek om jezelf te zijn
Een Ibasho café is een café ván ouderen: vorm gegeven door ouderen en als coöperatie gerund door ouderen. Het versterkt hun gevoel van eigenwaarde. Een café waar iedereen van alle leeftijden welkom is voor een kop koffie of thee en wellicht iets te eten. Een café waar ouderen en anderen zichzelf kunnen zijn.

Het café in Japan wordt het eerste Ibasho café ter wereld. Hopelijk volgen er meer, veel meer. Het idee is dat de coöperatie een percentage reserveert om volgende Ibasho cafés mogelijk te maken. Zeg nou zelf hoeveel geld is er nou nodig om een Ibasho café in bijvoorbeeld Ethiopië op te zetten? Een Ibasho café ergens in Nederland lijkt me net zo geweldig. Wij hebben de donaties van de anderen niet nodig, maar de inspiratie deel ik graag.

Emi Kiyota spreekt 20 maart 2012 in Nederland bij de lancering van het boek “Design for Aging’. Meer hierover binnenkort op www.kcwz.nl
Volg het Ibasho café in Japan via http://ibashoblog.wordpress.com/
Vragen over Ibasho café kunt u stellen via m.wijnties@kcwz.nl

Door Monique Wijnties, adviseur bij het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. Het realiseren van wonen en zorg juist als ook intensieve zorg nodig is, is de rode draad in haar werk bij het Kenniscentrum. Haar aandachtsgebieden zijn: het ontwerpprogramma 'Zorg in Woningen', kleinschalig groepswonen, healing environment, zorghotels en eerder ook het tweedelijnszorgcentrum.

donderdag 16 februari 2012

Age the way you like

Mogen mensen ook kiezen voor ‘inactive ageing? Dat vroeg Professor Thomas Sharf, verbonden aan Irish Centre for Social Gerontology zich af tijdens het congres over active ageing. Dit boeiende congres werd op 9 februari 2012 georganiseerd door tijdschrift Geron en de Hogeschool in Den Haag. En  Sharf had nog een prikkelende vraag: Waarom praten we wel over ‘healthy  ageing’en ‘active ageing’and ‘succesful ageing’ bij ouderen en spreken we niet zo als het andere leeftijdsgroepen betreft? ‘Healthy adolescence’ bijvoorbeeld.

Sharf heeft interessante punten te pakken. Natuurlijk mogen mensen ook kiezen om niet actief ouder te worden. Alleen is het belangrijk dat de voorwaarden om oud te worden zoals mensen het zelf willen er voor iedereen zijn. En dat is nog lang niet het geval. Er zijn heel wat obstakels te vinden, bijvoorbeeld in de infrastructuur. Heel wat ouderen ondervinden hinder bij de mobiliteit: velen bevinden zich halverwege het zebrapad, terwijl het licht alweer op groen springt. Voor de auto’s, wel te verstaan. Hoeveel ouderen drinken urenlang geen glas water, of blijven thuis, omdat zij bang zijn dat ze op weg naar een activiteit geen toilet vinden? Een behoorlijk percentage ouderen zou wel willen deelnemen aan allerhande activiteiten, maar heeft er onvoldoende middelen voor. We zijn nog lang niet voorbereid op ‘active ageing.’ Niet iedereen heeft dezelfde kansen en keuzemogelijkheden. Tinie Kardol, bestuurder van Stichting Mariënstede in Vught en professor Active Ageing aan de Vrije Universiteit Brussel, vertelt op dit congres dat 5 tot 20% van de ouderen in armoede leeft en 30 tot 40% niet mee doet.

Effect van langer doorwerken
Een ander punt dat Kardol aanstipte is dat we het effect van langer doorwerken niet mogen onderschatten. Nu verricht 34% van de 60-plussers mantelzorg. Hij voorspelt dat dit gaat afnemen naarmate mensen langer gaan doorwerken. En dan te bedenken dat jonge vrouwen juist makkelijker aan het werk blijven als hun ouders, de zestigplussers dus, helpen bij het oppassen op de kinderen. Ook merkt hij op dat 63% van de ouderen buren inschakelt voor tijdelijke hulp. Dat percentage gaat omhoog naarmate kinderen verder weg wonen, langer werken. Maar is de buurt daar klaar voor? En zijn de buren aanwezig of zijn zij ook aan het werk?

Maak intergenerationele verbindingen zichtbaar
Het tweede deel van de slogan van het EU jaar: ’intergenerationele solidariteit’ is misschien wel het belangrijkste gedeelte. Uitwisseling van generaties vormt de basis voor iedere samenleving, aldus Fleur Thomése, onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam, tijdens het eerder genoemde congres. Ouderen zorgen voor kennisoverdracht, zorg voor kleinkinderen en kinderen, maar ook voor continuïteit. Zij vormen het collectieve geheugen van de maatschappij. Dit ‘kapitaal’ blijft en het is belangrijk dit te gebruiken. Jongeren kunnen ouderen ook helpen, en kunnen ouderen ook wat leren.

Thomése pleit ervoor om intergenerationele verbindingen sterker en meer zichtbaar te maken. Hoe kan dit? De stichting ‘Get oud’ heeft portretten gemaakt van ouderen terwijl zij gekleed waren in de kleding die past bij het beroep dat de oudere graag had willen worden. Op diverse basisscholen zijn op initiatief van Get oud kinderen ouderen gaan interviewen en kwam het gesprek op gang over beroepen. Ontmoeting tussen generaties blijkt goed te werken. Investeer daarom in  relaties, los van leeftijd en ongeacht welk medium je ervoor gebruikt. Thomas Sharf vindt het EU jaar een prachtig moment om met elkaar te debatteren en: ‘to remind ourselves of the value of the intergenerational contract that underpins our welfare system.’ 
Dus misschien kunnen we dit EU jaar pleiten voor an: age the way you like. En dan kunnen wij er met elkaar, jong en oud, voor zorgen dat iedereen die mogelijkheid ook krijgt.


Door Yvonne Witter, adviseur bij het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. Binnen het Kenniscentrum richt zij zich op de thema's: klantparticipatie, woonvariaties, kleurrijk wonen, welzijn en zorg en buur(t)projecten.



EU zet in op active ageing in 2012
Gaat u als corporatie en zorgorganisatie aan de slag met het EU-jaarthema voor 2012 'Active ageing and intergenerational solidarity'? Laat het ons weten! Met deze inventarisatie krijgen we een beeld van de verschillende plannen, kunnen we activiteiten op elkaar afstemmen of verder brengen!