donderdag 28 maart 2013

Eigen bijdrage AWBZ: zorg naar vermogen?

Gastblog door Hans van Rossum

AWBZ Eigen vermogen | KCWZVoor de bepaling van de eigen bijdrage voor verblijf in een verzorgings- of verpleeghuis telt vanaf 2013 ook het vermogen van de verzekerde mee. Deze verandering houdt de gemoederen flink bezig. Zo vindt columnist Max Pam het onrechtvaardig dat ouderen die met vlijt en zuinigheid een vermogen hebben vergaard meer dan 2000 euro per maand zelf moeten betalen terwijl medebewoners na een leven van potverteren en verspilling aan het einde van de rit op kosten van de gemeenschap worden verzorgd [1]. In de NRC van 16/17 februari blijken veel briefschrijvers een tegenovergestelde mening toegedaan: Zij vinden het "terecht dat oma haar woning moet opeten om de verzorging te betalen". Waarom zouden de zorgkosten op de gemeenschap moeten worden afgewenteld voor mensen die dat best zelf kunnen betalen. Het is sneu voor de potentiële erfgenamen maar er is een groter collectief belang gediend met de beheersing van de zorgkosten.

De legitimiteit van een vermogensafhankelijke eigen bijdrage blijft een lastige kwestie want zowel de 'haves' als de 'have-nots' in de verblijfszorg doen een beroep op een collectieve verzekering die de AWBZ nu eenmaal is. Het is alsof je na de brand van de verzekering te horen krijgt dat je de schade ook wel uit eigen zak kan betalen. De vermogenstoets in de zorg is echter niet nieuw. Ook in de tweede helft van de vorige eeuw moesten de bewoners van verzorgingshuizen een deel van de pensionprijs zelf betalen zo mogelijk uit eigen vermogen.

Seniorenwoning | KCWZ | Foto: Ed NolteEr is sindsdien veel veranderd. Verzorgingshuizen zijn omgevormd van bijzondere huisvestingsvormen tot specifieke zorgvoorzieningen. Na 2001 is de gehele intramurale zorg onder de AWBZ gebracht en dat betekende dus tot 2013 dat het eigen vermogen buiten schot bleef. Om wat meer te weten te komen over de  gevolgen van de vermogenstoets voor de ouderenzorg biedt de ontwikkeling van de verzorgingshuizen enige aanknopingspunten.


Uit eigen zak betalen
In de verzorgingshuizen zijn de lagere inkomensgroepen altijd sterk oververtegenwoordigd geweest. De bewoners moesten wel hun AOW inleveren maar kregen daar kost en inwoning en wat zakgeld voor in de plaats. In financiële zin waren zij op die manier relatief beter af dan bij een zelfstandig bestaan buiten de deuren van het verzorgingshuis. Natuurlijk moest daar geld bij en dat merkten ook de ouderen die wel meer te verteren hadden: zij moesten een groter deel van de kostprijs uit eigen zak betalen. Voor hetzelfde product meer betalen en interen op het eigen vermogen was ook toen al geen aantrekkelijke optie.

Er ontstonden twee uitwijkvarianten:
  1. Huisvesting en zorg in de eigen familiekring organiseren: deze oplossing werd vooral gekozen door boeren en middenstanders waar ouders en kinderen belang hebben bij instandhouding van het bedrijfskapitaal
  2. Alternatieve vormen van huisvesting en zorg zoeken waar ouderen meer waar voor hun geld kregen. Zowel aan de bovenkant als de onderkant van de markt ontstonden alternatieven voor het verzorgingshuis waardoor deze sector langzamerhand inkromp en van gedaante veranderde.

Iedereen tevreden?
Terug naar de actuele discussie. Om de kosten voor de zorg te drukken wordt de eigen bijdrage van meer vermogende ouderen opgehoogd tot een niveau waarbij alternatieven steeds aantrekkelijker worden. De maximale eigen bijdrage van ruim 2.000 euro is nog niet eens het hele verhaal. Naast de zorgkosten zijn er ook nog de huisvestingskosten die bij het scheiden van wonen en zorg voor eigen rekening komen. Dan liggen de eigen uitgaven voor wonen en zorg in het uiterste geval al gauw tussen de 3.000 en 4.000 euro per maand. Voor dat geld kun je in de vrije sector riant wonen en een vermoedelijk betere behandeling krijgen. De andere kant van de medaille is natuurlijk dat er een verdergaande tweedeling in de zorg ontstaat. Oma eet nog steeds haar eigen huis op, maar krijgt er meer voor terug en de overheid bezuinigt op haar zorguitgaven. Iedereen tevreden! Iedereen tevreden?

1 'Pluk de dag, anders plukken wij u wel', in: Opinie & Debat, de Volkskrant, 6 februari 2013.   

Meer informatie







Door Hans van Rossum, socioloog en onderzoeker ouderenzorg

dinsdag 26 maart 2013

Heb je al een scenario voor je laatste levensfase?

Gastblog door Hugo Versteeg

Woongroep
Voor sommige mensen uit mijn generatie (1938) wekt 'woongroep' gemengde en nostalgische gevoelens zoals: "Dat hoeft voor mij (gelukkig) niet meer maar het was allemaal wél vreselijk leuk." Bij een vraag aan enkele lotgenoten naar hun woonwensen in hun laatste levensfase, hadden zij inmiddels de volgende prioriteiten opgesteld: voor alles privacy; een plekje voor je zelf; het recht om 'nee' te mogen zeggen en tenslotte toch ook wel de behoefte om dingen met en voor elkaar te doen, zo lang mogelijk 'zinvol' bezig te zijn.

Hoe prettig het ook is om in de verkennende eerste fase van je leven nieuwe mensen intiem te leren kennen, je gaat toch een weg waar je steeds meer 'op jezelf' gaat leven. De gemeenschappen waarin je opgroeit en gevormd wordt, tussen school en eigen gezin, worden met de tijd steeds exclusiever en kleiner. Tot je ergens midden in je leven merkt dat je er in moeilijke situaties vaak 'helemaal alleen' voor staat.

Is dit nou alles?
Bij dat levensmidden horen ook gevoelens als: "Is dit nou alles? Moet ik écht nog 25 jaar op die manier verder?". Zo'n gewaarwording leidt af en toe tot een echt crisis-gevoel. Sommigen lossen het op door het zoeken van een nieuwe baan of levenspartner, anderen zien hun rol in de samenleving groeien van een lerende naar een coachende, van een ontvangende naar een schenkende.


Woongroep | Foto: Chris Pennarts
Maar er is nóg iets interessants aan die tweede helft van het leven. Zeker wanneer de kinderen uit huis zijn, ontstaat er behoefte aan een nieuwe, zelfgekozen gemeenschap van vrienden, lotgenoten of gelijkgestemden, waarmee je wel oud zou willen worden. Misschien begin je een bridge- of wandelclubje, dat soms kan uitgroeien tot iets als een 'lotgenootschap-door-dik-en-dun'.

Zolang je mobiel genoeg bent om al die vrienden regelmatig te ontmoeten is er niets aan de hand. En zolang je de zekerheid had dat, als je niet meer alleen verder kon, 'ze' het wel voor je zouden oplossen (je had daar immers je hele leven premies voor betaald) was er niets mis met zo lang mogelijk in je eigen huis te blijven wonen.

Einde solidariteit verzorgingsstaat
Maar eerder dan we hadden verwacht is er een einde gekomen aan de solidariteit van de verzorgingsstaat. Iedereen kan uitrekenen dat 'ze', de samenleving, hoogstens - mogen we althans hopen - in staat zal zijn om ons op een menswaardige manier fysiek net in leven te houden. Laat staan dat 'ze' toekomen aan vragen als een 'prettig', 'vervuld' of  'zinvol' leven.

Zo'n zoektocht voorbij het individualisme, naar de onmisbare nieuwe vormen van solidariteit, naar wat je wél en wat je beslist niet samen zou willen en kunnen doen, ligt aan de basis van een experimenteel voorbeeld-project van de vereniging 'De Derde Fase'. Samen met andere bewoners-verenigingen en enkele ondernemers, realiseert die een woon-werkgemeenschap aan het Ubuntuplein in Zutphen.

Op een ander moment en plaats meer over de hobbels, vragen en valkuilen die je in zo'n proces van idee (2004) tot oplevering (2015?) allemaal tegenkomt. Of kom op 3 april naar het congres 'Lokale Kracht: méér power in wonen, welzijn en zorg'

Meer informatie


Door Hugo Versteeg, Bestuurder 'Externe Betrekkingen' bij Coöperatie Ubuntuplein Zutphen


donderdag 21 maart 2013

De balansburger

Burger | photo: freepik
Is Mc Donalds dan ook een burgerinitiatief? Dat vroeg een kennis mij gekscherend toen ik vertelde over ‘de balansburger’ in relatie tot burgerinitiatieven. Momenteel is er veel aandacht voor burgerinitiatieven. Zij zijn overal aan het ontstaan op verschillende gebieden. Noodgedwongen soms door het verdwijnen van voorzieningen, maar soms omdat het gewoon leuk en/of zinvol is en past bij de huidige tijdsgeest. De EU heeft dit jaar gekozen tot 'Jaar van de Burger'. Of misschien had de toevoeging initiatieven ook wel gekund; het jaar van de burgerinitiatieven. Trendwatchers Lieke en Richard Lamb (bureau Trendwatcher.com) noemen 2013 het jaar van de 'Balans Burger'. De burger is gewend aan de recessie en past zijn levensstijl hierop aan. Hij of zij (her)vindt de balans. 

Gewoon bij de Action
Dit fenomeen is ook te zien op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Burgers zien bijvoorbeeld steeds meer dat zij tijdig moeten nadenken over het ouder worden. Het wordt ook ‘gewoner’ om zelf maatregelen te treffen. Zo stond ik laatst in de lift en er stapte een mevrouw binnen met een grijphulp, waarmee mensen makkelijk spullen van de grond kunnen rapen. Een ‘medelifster’ vroeg: “Waar heb je die vandaan? Want dit is handig voor mijn schoonvader!’’ De vrouw keek nog eens naar het ding en antwoordde terwijl zij haar schouders ophaalde: “Gewoon bij de Action. Deze is voor mijn oma van 97 die niet meer zo makkelijk kan bukken als haar achterkleinkind komt spelen met autootjes.” 

Foto: Adopteer een strobaalGeen strobreed in de weg
Maar ook op het vlak van het nemen van wooninitiatieven wachten burgers niet meer af maar breiden zich tijdig en goed voor. Zo zijn de initiatiefnemers van een ecologische woonwijk, verenigd in Iewan (Initiatiefgroep Ecologisch Wonen Nijmegen) een campagne begonnen: 'Adopteer een strobaal'. Zij zijn al geruime tijd met hulp van de kleinschalige gespecialiseerde corporatie Wbvg intensief bezig met het opzetten van een woonwijk in Nijmegen. De 25 woningen, in de sociale huursector, zijn gemaakt van strobalen De bij dit project betrokken corporatie Talis wil graag meedoen, maar er is nog een gaatje in de begroting omdat het ontwerp door de ecologische toepassingen wat duurder uitvalt. In juni beslist Talis of de ecowijk financieel haalbaar is. 

De initiatiefnemers van dit project, startten de campagne om aan te tonen dat duurzaam wonen breed gedragen wordt. En, zo schrijven zij zelf: ‘dat passief afwachten tot overheden of commerciële bedrijven belangrijke zaken voor je regelen niet meer van deze tijd is.’ De bewoners zelf gaan meebouwen en dat bespaart ook kosten. Zij steken er veel vrije tijd in. Als Iewan het voor elkaar krijgt het gat in de begroting te vullen, dan geeft Talis groen licht verder te gaan. Zij vinden dan samen de balans!

Lokale kracht | Foto: Broekplaats Beekhuizen
Frisse duik
Een ander bijzonder ecologisch project is Broedplaats Beekhuizen. Daar bouwen professionals samen met de bewoners ook met stro. Er komt een openbare uitkijktoren en een educatief centrum, gerund door de bewoners. Corporatie Woonplaats is nauw betrokken, de corporatie Wbvg begeleidt en de gemeente faciliteert. Een mooi samenspel tussen burger, professional en de overheid op dit voormalig zwembad terrein. Zij nemen gezamenlijk een frisse duik in het project. Dat is een voorwaarde om initiatieven te doen slagen: een samenspel tussen verschillende partijen. Soms zijn er meer partijen nodig, soms minder en kunnen burgers veel zelf. 

Sommige wooninitiatieven lopen momenteel vertraging op doordat corporaties niet kunnen investeren. Creatieve oplossingen zijn dan nodig, zoals Iewan en Beekhuizen laten zien. Maar burgers hebben daarbij hulp nodig. Zeker de kwetsbare burgers. Deze boodschap komt naar voren op het congres ‘Lokale Kracht: méér power in wonen, welzijn en zorg’. Want burgerinitiatieven zijn helemaal ‘in’, maar ze moeten wel de gelegenheid krijgen ook te bloeien op plekken waar zij nodig zijn. De burger vindt de balans, maar te weinig ondersteuning kan hem uit evenwicht brengen. En daar kan hij zijn levensstijl niet eenvoudig op aanpassen. 

Meer informatie:

Door Yvonne Witter, adviseur bij het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. Binnen het Kenniscentrum richt zij zich op de thema's: klantparticipatie, woonvariaties, kleurrijk wonen, welzijn en zorg en buur(t)projecten.