dinsdag 27 november 2012

De ritmes van burgerinitiatieven

Door Yvonne Witter

Lichte gemeenschappen, zo noemde professor Marli Huijer, bijzonder hoogleraar Filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam geïnspireerd door socioloog Zigmund Baumann, de huidige burgerinitiatieven. ‘Je levenslang op iets vastleggen is niet meer van deze tijd’, sprak zij onlangs tijdens de jaarvergadering van Stichting Het Maagdenhuis met als thema: Van ontmoeting naar betrokkenheid.

Marli Huijer
'We willen na enige tijd verder trekken. Nieuwe mensen ontmoeten en nieuwe ervaringen opdoen.’ Lichte gemeenschappen verschillen hiermee van zwaardere gemeenschappen, zoals kerkgemeenschappen en buurtverenigingen. Daar was een burger doorgaans levenslang lid van. In tijd en ruimte zaten deze aan elkaar verbonden. De wederkerigheid was een vanzelfsprekend goed. Dat vanzelfsprekende ontbreekt in lichte gemeenschappen. Jonge ouders genieten bijvoorbeeld van faciliteiten die door anderen in de buurt zijn opgezet. Je staat niet bij elkaar in het krijt, je mag ervan profiteren.

Betrokkenheid
Maar zijn deze lichte gemeenschappen dan niet te vluchtig? Kun je betrokkenheid garanderen? Huijer heeft hier een duidelijke mening over. Zij concludeert dat als er veel doorstroom is, dat niet wil zeggen dat er geen betrokkenheid is. Zij brengt een nieuwe denkrichting in, namelijk denken vanuit ritmes. Daar heeft zij veel onderzoek naar gedaan en zij past het nu toe op burgerinitiatieven. Ritmes zijn volgens haar herhalingen in tijd en ruimte. De gebeurtenis die herhaald wordt, ziet er steeds anders uit. Zo kan een buurtmoestuin wekelijks door mensen onderhouden worden. Maar dat hoeft niet dezelfde persoon te zijn. En de activiteit kan eveneens verschillen. Soms komen mensen daar koffie drinken, soms expliciet om elkaar te ontmoeten en soms om te oogsten en te spitten. Een paar mensen zijn nodig om het ritme vast te houden. Zij kunnen er wel een keertje mee ophouden, want dan komen er anderen die het overnemen. De sociale betrokkenheid blijft wel, aldus Huijer. Sociale betrokkenheid is het gevolg van een veelheid van opkomende en verdwijnende burgerinitiatieven en niet zozeer het gevolg van stabiele activiteiten.

Fondsen
Zij had wel wat tips richting fondsen: geef dergelijke burgerinitiatieven periodiek geld zodat de betrokkenheid de kans krijgt zich te stabiliseren. En heb oog voor deze lichte gemeenschappen en belast hen niet met te zware procedures. Ik denk dat dit ook voor anderen kan gelden, voor organisaties als de gemeenten en aanbieders. Geef de initiatieven de kans zich waar te maken, belast hen niet maar ondersteun hen en voel hun ritmes aan.

Kwetsbare burgers
Ritmes geven burgerinitiatieven bestendigheid ondanks alle vluchtigheid. Deze insteek van professor Huijer gaf me een verhelderend inzicht om tegen burgerinitiatieven aan te kijken. Toch blijf ik steeds met de vraag zitten of burgerinitiatieven wel voor iedereen toegankelijk zijn en blijven. Kunnen kwetsbare burgers ook mee in de ritmes van deze lichte gemeenschappen? Deels kreeg ik antwoord door mijn tafelgenoten die meenden dat burgerinitiatieven anderen meetrekken, ook mensen die anders niet hadden gedurfd. En dat er ook genoeg burgerinitiatieven van kwetsbare burgers zijn, maar wellicht minder zichtbaar? Hoe dat zit in de wereld van wonen, zorg en welzijn? En hoe zit het met de ritmes bij andere organisatievormen zoals coöperaties (waar onlangs een boeiende middag over is georganiseerd, zie verslag Themamiddag coöperaties

3 april Lokale kracht
We hopen die vragen mee te nemen op het congres Lokale kracht dat wij op 3 april organiseren. We zien namelijk graag dat de lichte gemeenschappen openstaan voor alle burgers in de maatschappij, zodat de ritmes samen een harmonisch geheel kunnen vormen.

Meer informatie

Door Yvonne Witter, adviseur bij het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. Binnen het Kenniscentrum richt zij zich op de thema's: klantparticipatie, woonvariaties, kleurrijk wonen, welzijn en zorg en buur(t)projecten.